4. OPBERGEN
Buitenbedrijfstelling:
v Bij vorstgevaar de pomp op een vorstvrije plaats
opbergen.
Afvoeren:
(conform RL2012/19/EU)
Het product mag niet met het normale huishoude-
lijke afval worden afgevoerd. Het moet volgens de
geldende lokale milieuvoorschriften worden afgevoerd.
5. ONDERHOUD
De GARDENA pompen werken nagenoeg onderhoudsvrij.
Pomp doorspoelen:
Na het verpompen van chloorhoudend zwembadwater
of andere vloeistoffen, die bezinksels achterlaten, moet de
pomp met schoon water doorgespoeld worden.
Zuigvoet en waaier reinigen [ afb. M1]:
GEVAAR! Elektrische schok!
Er bestaat gevaar op verwondingen door
elektrische stroom.
v Voor het reinigen van de zuigvoet en het loopwiel
de pomp van de elektriciteit afkoppelen.
1. De 6 kruiskopschroeven
zuigvoet
0
van de pomp aftrekken.
6. STORINGEN VERHELPEN
Probleem
Pomp draait, maar
transporteert niet
De pomp schakelt niet in of uit.
De pomp schakelt uit hoewel de
OFF-sensor in het water is
9
er uitdraaien en de
Mogelijke oorzaak
Lucht kan niet ontsnappen.
Terugslagklap verkeerd geplaatst.
Luchtbel in zuigvoet.
Waaier verstopt.
Waterhoogte bij ingebruikname
onder minimale waterstand
Vuil op de sensoren
7
contact
.
BELANGRIJK!
Voor het product via uw plaatselijke recyclinginstantie af.
0
q
2. Zuigvoet
, en waaier
houdswerkzaamheden vervalt de garantie niet).
0
3. Zuigvoet
er weer opzetten en de kruiskopschroe-
9
ven
er indraaien.
Een beschadigd loopwiel
overwegingen alleen door de GARDENA technische
dienst vervangen worden.
Sensoren reinigen [ afb. M2]:
De sensoren werken alleen betrouwbaar, wanneer
ze regelmatig (minstens om de 2 maand) worden
gereinigd!
3
4
v Sensoren
/
en contact
droge doek schoonmaken (geen harde of scherpe
voorwerpen gebruiken).
Oplossing
v Drukleiding openen (bijv. geknikte
slang).
v Terugslagklep verwijderen.
v Terugslagklep met het opschrift UP
naar boven plaatsen.
v Max. 60 seconden wachten, totdat
de pomp via het ontluchtingsventiel
zelfstandig ontlucht heeft. Indien
nodig uit- / aanschakelen.
v Stekker uit stopcontact halen
en waaier schoonmaken
(zie 5. ONDERHOUD).
v Pomp dieper onderdompelen.
3
/
4
en het
v Sensoren reinigen
(zie 5. ONDERHOUD).
reinigen (door deze onder-
q
mag uit veiligheids-
7
regelmatig met een
25