dienst of een dergelijke gekwalificeerde persoon wor-
den vervangen om risico's te voorkomen.
Pomp niet aan de aansluitkabel of vlotterschakelaar dra-
gen of ophangen. Voor het onderdompelen resp. omhoog
halen en vastzetten van de pomp moet een koord aan de
draaggreep van de pomp bevestigd worden.
Verlengsnoeren moeten voldoen aan DIN VDE 0620.
In Oostenrijk
In Oostenrijk moet de elektrische aansluiting voldoen aan
ÖVE-EM 42, T2 (2000)/1979 § 22 conform § 2022.1.
Volgens deze bepalingen mogen pompen voor gebruik
bij zwembaden en vijvers alleen via een scheidingstrans-
formator van stroom worden voorzien.
v Informeer bij een elektro-installatiebedrijf.
In Zwitserland
In Zwitserland moeten verplaatsbare apparaten die buiten
worden gebruikt, worden aange sloten via aardlekschake-
laars.
Visuele controle
v De pomp (in het bijzonder stroomkabel en stekker) voor
ieder gebruik controleren.
v Houd de minimale waterstand en maximale doorvoer-
hoogte in de gaten conform de pompgegevens
(zie 7. TECHNISCHE GEGEVENS).
GEVAAR! Elektrische schok!
Een beschadigde pomp mag niet gebruikt worden.
v Bij schade, pomp altijd door GARDENA technische
dienst of de bevoegde vakman laten controleren.
Handmatig gebruik
Bij handmatig gebruik moet de pomp direct uitgeschakeld
worden als geen vloeistof meer wordt gepompt.
v Pomp bij handmatig gebruik voortdurend in de gaten
houden.
Gebruikstips
Drooglopen leidt tot verhoogde slijtage en dient te worden
voorkomen. Bij handmatig gebruik moet de pomp na het
uitblijven van de doorvoervloeistof direct uitgeschakeld
worden.
Pomp niet langer dan 10 minuten tegen gesloten druk-
zijde laten lopen.
Zand en andere schurende stoffen in de doorvoervloeistof
leiden tot snellere slijtage en capaciteitsvermindering van
de pomp.
2. INGEBRUIKNAME
Slangdiameter
Slangverbinding van de universele
2
aansluiting
[ afb. I1 ]
Slangaansluiting
De pomp moet zo geplaatst worden dat de inloopope-
ningen op de zuigvoet niet door vervuiling helemaal of
gedeeltelijk geblokkeerd worden.
In de vijver moet de pomp bijv. op een tegel gezet
worden.
De doorvoervloeistof kan verontreinigd worden door
weglekkend smeermiddel.
Aanwijzing voor de dompelpomp
Bij de levering zijn de draaivoetjes op vlakafzuiging
(1 mm) ingesteld.
v Voor normaal gebruik de draaivoetjes 180° op 5 mm
draaien.
De pomp wordt 5 mm opgetild.
v Voor ingebruikname drukleiding vrijmaken.
Thermische veiligheidsschakelaar
Bij overbelasting wordt de pomp door de in gebouwde
thermische motorbeveiliging uitgeschakeld. Na voldoende
te zijn afgekoeld, slaat de motor vanzelf weer aan
(zie 6. STORINGEN VERHELPEN).
Automatische ontluchtingsinrichting [ afb. S1 ]:
De ontluchtingsinrichting verwijdert eventueel in de pomp
aanwezige luchtbellen.
Wanneer de pomp niet helemaal onder water staat, kan
er water via de ontluchtingsopeningen
stromen.
Dit is geen defect aan de pomp, maar dient voor de auto-
matische ontluchting.
GEVAAR!
Dit product genereert tijdens de werking een elektromag-
netisch veld. Dit veld kan onder bepaalde omstandighe-
den invloed hebben op de werkwijze van actieve of pas-
sieve medische implantaten. Om het gevaar van situaties
die kunnen leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen
uit te sluiten, dienen personen met een medisch implan-
taat hun arts en de fabrikant van het implantaat te raad-
plegen alvorens dit product te gebruiken.
GEVAAR!
Kleinere onderdelen kunnen gemakkelijk worden ingeslikt.
De polyzak vormt een verstikkingsgevaar voor kleine
kinderen. Houd kleine kinderen tijdens de montage uit te
buurt.
13 mm (¹⁄₂")
16 mm (⁵⁄₈")
19 mm (³⁄₄")
[ afb. I2 ]
<
Bovenste nippel er bij
afsnijden.
25 mm (1")
[ afb. I3 ]
Geen nippel weghalen.
1
naar buiten
38 mm (1 ¹⁄₂")
[ afb. I4 ]
y
Beide bovenste nippels bij
afsnijden.
23