Dell Networking X1008 Руководство по началу работы - Страница 20

Просмотреть онлайн или скачать pdf Руководство по началу работы для Переключатель Dell Networking X1008. Dell Networking X1008 43 страницы.

Dell Networking X1008 Руководство по началу работы
2 Sluit de switch aan op een pc via Ethernet en stel een statisch IP-adres
192.168.2.x (waarbij x een getal tussen 2 en 254 is) en een subnetmasker
255.255.255.0 in op de pc. Denk eraan dat de switch optreedt als DHCP-
client en zijn IP-adres van een DHCP-server kan krijgen. Als u DHCP
gebruikt voor IP-toewijzing, zoekt u het toegewezen IP-adres op en
gebruikt u het voor de volgende stap.
3 Maak verbinding met de switch met het standaard IP-adres van de switch
192.168.2.1 in uw internetbrowser. De gebruikersnaam om u aan te
melden is admin en het wachtwoord is admin.
4 Nadat u zich bij de switch hebt aangemeld met de vorige stap, is er een
snelstartwizard die de gebruiker begeleidt bij de eerste configuratie van
de switch. Wijzigingen die worden toegepast, worden automatisch in de
opstartconfiguratie opgeslagen.
Toegang tot de CLI
Om toegang te krijgen tot de switch via de Command Line Interface (CLI),
moet deze zich in Beheerde modus bevinden. U kunt de Command Line
Interface alleen bereiken via een telnet- of consoleverbinding. Zie de
gebruikershandleiding voor beperkte CLI-opties.
N.B.:
De standaardinstelling voor de switch in Onbeheerde modus. Om de switch
op Beheerde modus in te stellen, houdt u de Mode-knop minstens zeven seconden
ingedrukt.
De switch aansluiten op een terminal server/pc
N.B.:
Via de consolepoort kunt u een terminal- of desktopsysteem waarop
terminalemulatiesoftware draait aansluiten om het apparaat te controleren
of te debuggen via de micro-USB-poort. (U kunt de USB-drivers terugvinden
op dell.com/support.)
De volgende zaken zijn vereist om de consolepoort te gebruiken (bv. PuTTY,
TeraTerm, etc.)
Compatibel VT100-terminal of desktopsysteem of draagbaar systeem met
een USB-poort waarop VT100 terminalemulatiesoftware draait.
Om een terminal op de consolepoort van het apparaat aan te sluiten,
controleert u of de terminalemulatiesoftware als volgt is ingesteld:
18
Handleiding Aan de slag